Spouwmuur isoleren

Voordat je begint met het isoleren van de spouwmuur, is het belangrijk om de werkplek goed voor te bereiden. Zorg ervoor dat je toegang hebt tot de volledige gevel en verwijder eventuele obstakels, zoals planten of tuinmeubilair. Dek ramen en deuren af met afdekfolie om ze te beschermen tegen stof en vuil.

Boor gaten in de voegen van de buitenmuur om toegang te krijgen tot de spouw. De gaten moeten op een regelmatige afstand van elkaar worden geboord (ongeveer 1,5 meter uit elkaar), zodat het isolatiemateriaal gelijkmatig kan worden verdeeld. Gebruik een boor met een lange boor die geschikt is voor het type gevel.

Voordat je het isolatiemateriaal aanbrengt, is het belangrijk om de spouw te inspecteren. Controleer of er geen verstoppingen of andere problemen zijn in de spouw. Dit kan gedaan worden met een endoscoopcamera. Zorg ervoor dat de spouw schoon en vrij is van puin, zodat het isolatiemateriaal zich goed kan verspreiden.

Gebruik een spouwisolatiepistool om het isolatiemateriaal in de spouwmuur te blazen. Begin onderaan de muur en werk naar boven toe. Zorg ervoor dat het isolatiemateriaal gelijkmatig verdeeld wordt om koudebruggen te voorkomen. Werk rustig en systematisch om ervoor te zorgen dat de spouw volledig is gevuld.

Tip: Draag altijd veiligheidsuitrusting, zoals een mondkapje en handschoenen, tijdens het aanbrengen van het isolatiemateriaal om irritaties te voorkomen.

Nadat je de spouwmuur volledig hebt geïsoleerd, is het belangrijk om de geboorde gaten weer dicht te maken. Gebruik hiervoor een voegspecie of stopverf die overeenkomt met de kleur van de oorspronkelijke voegen. Werk zorgvuldig om te zorgen dat de gaten netjes worden afgedicht, zodat de gevel weer beschermd is tegen vocht en vuil.

Controleer na het aanbrengen van de isolatie of de spouw goed gevuld is en er geen koudebruggen zijn ontstaan. Dit kun je doen door middel van een warmtecamera. Een warmtecamera helpt bij het opsporen van eventuele plekken waar warmte ontsnapt.